Netwerken om een baan te vinden



Netwerken is een van de meest effectieve manieren om aan een baan te komen. Toch bestaan er veel vooroordelen over netwerken.

• Het is iets voor snelle jongens met een vlotte babbel.
• Het is een duister achterkamertjesgebeuren.
• Het heeft te maken met vriendjespolitiek.
• Netwerken is moeilijk.

Onzin! Netwerken is gewoon optimaal gebruik maken van je contacten. Je hebt bovendien al een netwerk: vrienden en familie.

Hoe 'netwerk' je?
Laat zoveel mogelijk mensen weten dat je op zoek bent naar een baan. Je vrienden en je familie, maar ook 'vage' contacten zoals een kennis die je toevallig tegenkomt, of iemand waar je in de kroeg een praatje mee maakt.

Ook je zakelijke contacten kun je laten weten dat je op zoek bent naar een baan. Let op dat je jezelf niet al teveel opdringt en forceer niets. Probeer jouw boodschap zoveel mogelijk te brengen tijdens afspraken die je sowieso al had staan. Heb je geen zakelijk netwerk? Of kan jouw netwerk wel wat uitbreiding gebruiken? Zoek dan eens uit welke mensen iets voor jou kunnen betekenen, en op welke plekken ze komen. Denk aan congressen, lezingen, borrels, beroepsverenigingen, etc. Spreek met zoveel mogelijk mensen.

Bereid je voor
Als je naar een congres gaat, zorg dan dat je iets weet van het onderwerp, of van de personen die je graag wilt spreken.

Begin NOOIT direct over een baan
Dring jezelf niet op. Toon interesse in je gesprekspartner, en probeer een gemeenschappelijke interesse te vinden. Dat praat ontspannen. Alleen als er ruimte voor is in het gesprek en het niet geforceerd overkomt, kun je laten vallen dat je een baan zoekt. Je kunt ook visitekaartjes uitwisselen en proberen een mailcontact op te bouwen met die persoon. Dan kun je op een later moment laten vallen dat je op zoek bent naar een baan. Als mensen het gevoel hebben dat jouw interesse niet oprecht is en dat jij iets van ze nodig hebt, dan zul je alleen maar irritatie opwekken.

Iets wat vaak goed werkt, is iemand om advies vragen. Mensen voelen zich gevleid, en doen dan vaak hun best jou te helpen. Je vraagt dus niet rechtstreeks aan je gesprekpartner of hij een baan voor jou heeft, maar of hij jou een advies kan geven over de wijze waarop je die baan zou kunnen vinden. Als je je gesprekspartner een beetje kent, of beter gezegd, hij kent jou een beetje, dan kun je ook vragen of hij nog bepaalde belemmeringen ziet bij jou. Met andere woorden: dingen waar je aan moet werken om je carrièredoel te bereiken. Kijk wel uit datje jezelf niet te negatief presenteert.

Probeer namen te krijgen van mensen die jou verder kunnen helpen. Maar wel duidelijk dat je deze personen niet rechtsreeks om een baan zult vragen, dan kan iemand belemmeren een naam te noemen. Vraag je gesprekspartner of hij het goed vind dat je zijn naam gebruikt als referentie. Je krijgt veel makkelijker aandacht van een wildvreemde wanneer je kunt zeggen "ik heb uw naam en telefoonnummer gekregen van die en die..." (dat wil zeggen, als de referentie iemand is die de betrokkene goed kent).

Een andere mogelijkheid is om lid te worden van een netwerkclub. Elke beroepsgroep heeft minimaal één zo'n club. Maar er zijn ook clubs voor hoogopgeleide vrouwen, jonge ambtenaren, allochtonen, etc.

Tenslotte nog een aantal tips:

• E-mail is een goed hulpmiddel om contacten mee te onderhouden. Stuur eens een mailtje om te vragen hoe het met iemand gaat. Houd je contacten warm!
• Bewaar alle visitekaartjes die je krijgt. Ook al lijken ze op dat moment niet van belang, je weet maar nooit.
• Neem op internet deel in nieuwsgroepen of rondzendlijsten die met jouw vakgebied te maken hebben. Deze bevatten vaak goede contacten. Werk bewust aan je online identiteit.
• Heeft iemand je ergens mee geholpen? Bedank hem of haar altijd!